Soms zou je er van in de war raken; van al die keuzes

Voor het vak ‘Praktische Theologie’ kreeg ik de volgende opdracht:

Ga naar de website van het Sociaal en Cultureel Planbureau www.scp.nl. Tik in de zoekmachine het woord ‘meerkeuzemaatschappij’ in en download de publicatie van Breedveld en Van den Broek (2003), De meerkeuzemaatschappij, Facetten van de temporele organisatie van verplichtingen en voorzieningen (Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau). Lees de inleiding en de conclusie en formuleer wat religie in zo’n samenleving kan betekenen. Verantwoord uw betoog mede aan de hand van dit bestudeerde hoofdstuk (max. 1.000 woorden).

Naar aanleiding daarvan schreef ik uit de losse pols een eerste versie (die ik hieronder integraal heb overgenomen. Voor de ‘wetenschappelijk’ geïnteresseerde lezers heb ik de uiteindelijke uitwerking voor deze opdracht (met dezelfde pointe, maar veel beter afgebakend volgens de regels van het vak) in PDF attached. Deze tweede versie ligt nu ter beoordeling bij de docent.

Maar hieronder dus een eerste – meer uit het hart geschreven – versie van de uitwerking voor deze opdracht.

Ook religie is een keuze geworden en spreekt niet meer vanzelf. Daar waar religie voorheen opium voor het volk kon zijn (elke samenleving had zijn dominante religie; De kerk in Nederland heeft zich wat dat betreft nog tot in de jaren vijftig volkskerk kunnen noemen en ze heeft zich nog veel langer gedragen alsof dat nog steeds zo was) kan men zijn identiteit tegenwoordig ook op andere plekken in de samenleving opbouwen; ontlenen aan bezit of aan wat men doet. Hoewel de kerk nog steeds pretendeert zingever bij uitstek te zijn, hebben auto, huis, werk en doe-het-zelf-religie die rol voor veel mensen al langer geleden overgenomen. Als gevolg daarvan (van de kerk ben je niet afhankelijk meer voor je eigen identiteit) is de kerk als machtscentrum naar de rand van de samenleving verdrongen. We bepalen zelf wel of en waarin we ons door de kerk laten gezeggen; als we er al voor hebben gekozen om daarvan lid te zijn (ik beperk me bewust tot de kerk als representant van religie, omdat ik die van binnenuit ken). Sociale controle en machtsgebruik zijn er nog steeds binnen de kerk en steken op de meest onverwachte momenten de kop op, maar we bepalen zelf wel of en wat we ons daarvan aantrekken.

Daarmee zijn macht en sociale controle natuurlijk niet uit de samenleving verdwenen. Sterker nog: die zijn verschoven van een instituut als de kerk naar de straat; of we denken dat dit zo is. Hoewel de cultuur in een kerk benauwend kan zijn (zeker als er zelfs regels zijn voor kledingkeuze en de keuze voor snelheid of ritme van het gezang in een kerk), leggen ook de grotere auto of het grotere huis beknellende banden op; terwijl je buurman zich waarschijnlijk niet eens bewust is van die invloed die hij daarop heeft gehad en waarschijnlijk die invloed niet eens wil hebben. Op die manier lijkt de keuzevrijheid te verbreden, maar in werkelijkheid is dat boze schijn. Een auto en een groter huis kosten geld, waarvoor steeds meer moet worden gewerkt, waardoor minder tijd beschikbaar is om nog meer geld uit te geven. Dat maakt mensen ziek en hoewel overspannenheid en burned out meestal niet (direct) dodelijk zijn, zitten ze veel mensen in de weg om te kunnen genieten van de keuzevrijheid die ze lijken te hebben. Domogala heeft dat met haar documentaire Alles wat we wilden schokkend in beeld gebracht. De nieuwe generaties kunnen steeds meer, wat ze ook graag willen; maar al snel komen ze erachter dat zij zelf de beperking vormen, waardoor ze niet alles kunnen bereiken wat ze altijd al wilden doen.

Wat betekent dat nu voor de kerk; die toename van wellicht schijnbare keuzevrijheid? Allereerst dient het besef door te dringen dat het allang niet meer vanzelf spreekt dat mensen (blijvend) kiezen voor de kerk. Dat beperkt de mogelijkheden van macht en sociale controle, want ook de manipulatieve macht van de kerk ligt onder het vergrootglas van de samenleving waarvan zij een onderdeel vormt (het misbruik van kinderen in de kerk kan niet meer onder het vloerkleed, zoals dat decennia lang blijkbaar toch ongestraft gebeurde). Afwijkend gedrag en conflict worden eenvoudig opgelost; niet door de kerk, maar door het individu die de kerk verlaat of elders gaat buurten.

Graham is in zijn ‘Care of Persons, Care of Worlds‘ herhalend duidelijk over de taak van de kerk (in zijn geval in de vorm van pastoraat): bijdragen aan toenemende liefde voor zelf, naaste en God door een rechtvaardige orde en ecologisch partnerschap. Omdat ook de kerk een keuze is (een gemeente is steeds meer een mentale gemeente) doet de kerk er goed aan die woorden allereerst naar daden te vertalen die stroken met wat wordt gezegd; status is niet langer afhankelijk van de positie die men bekleedt in de kerk, maar steeds meer gerelateerd aan authenticiteit. En die daden zullen vervolgens aan moeten sluiten bij de behoefte van mensen om weer relevant te kunnen worden in de samenleving van vandaag. De rol die mensen in de kerk vervullen is niet langer afhankelijk van hun positie in de kerk, maar van hun positie in de samenleving als kerkganger; als lid van een kerk. En de rol die een kerkganger zou kunnen vervullen is gelegen in wat Graham de taak voor de kerk noemt: bijdragen aan de toenemende liefde voor zelf, naaste en God; gericht op mensen in een meerkeuzemaatschappij.

Als ik de tekst van het SCP over de meerkeuzemaatschappij samen probeer te vatten, dan wordt allereerst vastgesteld dat de keuzevrijheid toegenomen is. Echter, wordt daaraan toegevoegd: die keuzevrijheid schept nieuwe problemen. Mensen besteden de ruimte die door de keuzevrijheid ontstaat (nog) meer aan werk, waardoor minder tijd overblijft om eigen keuzes te maken (Domogala van een verklarend kader voorzien). Keuzevrijheid veroorzaakt met andere woorden niet alleen keuzestress, maar ook structurele stress op het werk en thuis om alle keuzes met elkaar te kunnen combineren.

Daar zie ik aanknopingspunten voor de kerk om relevant te worden voor veel mensen die vandaag worstelen met dit probleem. Afgezien van de doelstelling die de kerk vanaf 300 altijd als haar verantwoordelijkheid heeft gezien – mensen in contact te brengen met God – brengt ze al die eeuwen lang al mensen bij elkaar als gemeenschap der heiligen; waarbij de focus altijd heeft gelegen bij de zwakke in de samenleving; bij de boodschappen voor een bejaarde en schuldsanering voor de armen. Als de kerk haar focus nu eens zou verbreden naar een nieuwe groep zwakkeren in de samenleving; degenen die het niet bolwerken met al die (keuze)stress? Waar zou je dan aan kunnen denken?

  • Keuzestress wordt niet alleen veroorzaakt door al die opties voor hypotheken, bakkers en kerken; die wordt ook in de woorden van het rapport van het SCP veroorzaakt door het feit dat “in de meerkeuzemaatschappij identiteit geen gegeven is, maar een keuze”; of doordat “grotere vrijheid ook een grotere verantwoordelijkheid impliceert… Men draagt er ook de verantwoordelijkheid voor dat men kennelijk niet de juiste keuzes heeft gemaakt”. Als we – hoe dan ook en in welke vorm dan ook – toch bij elkaar zijn in de kerk, zouden we het daar ook over kunnen hebben. De Bijbel biedt er legio aanknopingspunten voor.
  • De kerk(gangers) zou(den) een rol kunnen vervullen om de mensen die toch bij elkaar zijn te stimuleren elkaar daarin tot hulp te zijn; door in piektijden van geboorte, ziekte en dood te ontzorgen; door elkaar wederzijds de ruimte te geven om even op adem te komen door bijvoorbeeld de zorg voor kinderen tijdelijk over te nemen; naastenliefde zo concreet mogelijk en passend bij de behoefte van vandaag ingevuld.

Zo zou de kerk weer een thuis kunnen worden voor moderne mensen die door al die keuzevrijheid in de war zijn geraakt; die daar (even) aan zouden willen ontsnappen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.