Eerder schreef ik een kritische blog over een column van dhr. R. Toes (directeur van locatie ‘Guido de Brès’ van het Wartburg College) in de Waarheidsvriend. Naar aanleiding van zijn column en mijn blog hadden wij een paar weken geleden een goed gesprek. Wellicht dat ik zijn nieuwe column van afgelopen donderdag daarom met andere ogen las. Het kan ook zijn dat het thema van zijn blog – vriendelijkheid – mij persoonlijk boeit en misschien komt het ook wel omdat Toes in zijn laatste column man en paard noemt en mij daardoor meeneemt op zijn zoektocht.
Hoe dan ook: dat thema vriendelijkheid boeit me – zoals gezegd. Ik zocht het op in de Bijbel – mijn betrouwbare bron voor wijsheid – en mij viel op dat het woord vriendelijkheid in tegenstelling tot de Statenvertaling (slechts 1 keer) meer voorkomt in de NBV (ook maar 5 keer). De meest boeiende wijsheid over vriendelijkheid vond ik deze keer dan ook niet terug in de canonieke, maar in de deuterocanonieke boeken; om precies te zijn in Sirach 32 : 10, waar staat: “Zoals de bliksem voor de donder komt, zo snelt de vriendelijkheid een bescheiden mens vooruit“. En daarmee zitten we wat mij betreft ook midden in het probleem.