‘De verdovers‘ van Anna Enquist heeft niet de diepgang van de eerdere romans van Enquist (zeker niet die van ‘Contrapunt‘), maar het ontstijgt de platvloersheid van een reguliere doktersroman waar het wel wat weg van heeft.
‘De verdovers‘ is het resultaat van een maandenlange ‘stage’ bij de afdeling Anesthesiologie van het VU Medisch Centrum. Het verhaal gaat dus meer dan zijdelings over dokters en zusters en hun onderlinge verhoudingen en een uit de hand gelopen verhouding komt er inderdaad ook in voor. Die verhouding zorgt overigens voor meer dan gecompliceerde verhoudingen tussen broer Drik (therapeut van Allard), zus Suzan (anesthesist en in een ‘geheime’ verhouding verwikkeld met Allard), man van de zus en vriend van de broer Peter (ook therapeut) en dochter/nicht Roos (studente; net uit huis).
In het verhaal komen verschillende thema’s aan de orde. Het gaat over de verhouding tussen ouder en kind (die inherent gecompliceerd is en ingewikkelder gemaakt kan worden), over zelfmoord, over pijn (die lichamelijk verdoofd kan worden of juist therapeutisch volledig wordt uit- en omgespit), over schuld en boete, over inbeelding en verzinsels en over kerst: