Elie Wiesel – De Golem

Elie Wiesel, De Golem

Elie Wiesel – blogde ik eerder deze zomer – is voor mij een schrijver die zich uitdrukkelijk onderscheidt van veel andere schrijvers. Wat mij betreft zou je van De Golem zelfs kunnen zeggen dat het alle eerdere versies en alle andere van na die tijd overbodig maakt. Ik kende het verhaal al in vele varianten (waarvan waarschijnlijk de vertelling van Harry Mulisch in De procedure de breedste bekendheid geniet in Nederland), maar zo fijnzinnig en diep als Wiesel dit verhaal vertelt, kan niemand dat; onnavolgbaar.

De prachtige tekeningen van Mark Podwal versterken die diepgang en slepen je mee. De Maharal (een bekende rabbi uit de Praagse zestiende/zeventiende eeuw) had de juiste woorden gesproken en daarmee met 2 van zijn nabije leerlingen een Golem geschapen; een stomme, maar trouwe redder van zijn volk. Ik ken de oorsprong van het verhaal niet, maar het tekent het lijden van het Joodse volk dat zich in dit verhaal verder vertelt. In de hedendaagse literatuur gaat het verhaal over het Joodse volk (meestal door de ogen van de slachtoffers zelf) vooral over de Shoa in de Duitse kampen. Elie Wiesel heeft die kampen zelf overleefd en weet uit eigen sterke ervaring wat het betekent om te lijden.

In vergelijking daarmee blijven wij relatieve buitenstaanders; hoe diep ons lijden misschien ook mag gaan. Zelfs als je alleen maar de beelden in de film Fateless (van regisseur Lajos Koltai; met een scenario van Imre Kertész, de schrijver van het boek waarop deze film is gebaseerd; meer informatie op film1.nl) hebt gezien, stempelt dat je beeld over wereld, kampen en lijden; laat staan als je zelf deel van die beelden was. Ik kan me niet voorstellen wat daar is gebeurd; dat gaat mijn verstandelijke vermogens ver te boven en ongelooflijk te buiten. En dan te bedenken – zoals hier in De Golem wordt verteld – dat dit lijden altijd al met het Joodse volk is opgetrokken en nog erger – dat dit lijden in de toekomst weer lijkt mee te gaan:

Ach, was de Golem nog maar onder ons… dan zou ik rustiger slapen. Waarom nam de Maharal hem van ons weg? Dacht hij werkelijk dat de periode van lijden en onrecht tot het verleden behoorde? Dat wij niet langer behoefte hadden aan een beschermer, een schild? Vertel me eens eerlijk, onze Maharal die alles wist, wist hij niet dat na hem de ballingschap nog moeilijker zou zijn dan tevoren, nog wreder ook? Dat de last zwaarder zou zijn en er meer bloed vergoten zou worden? Hij had zijn Golem bij ons kunnen achterlaten, dat had hij moeten doen. Waar was hij bang voor?

De Golem vertelt het verhaal over de Praagse joden die nooit werden verlost van dat lijden; niet vóór de 16de eeuw en ook niet daarna. De Maharal en de Golem brachten daarin slechts tijdelijke verlichting. Volgens René Girard wordt het verhaal over dat lijden altijd verteld door de vervolgers die het lijden veroorzaken. Vaak lijkt dat inderdaad zo te zijn (Elie Wiesel vertelt in Het proces-Sonderberg zo’n schokkend verhaal over Hans die als vervolger vasthoudt aan zijn eenmaal ingenomen standpunt over Joden), maar met De Golem hervertelt Wiesel het verhaal door de ogen van de slachtoffers. In De Golem is dat beeld overigens helemaal niet van toepassing. In dat verhaal komen geen slachtoffers voor. In De Golem verzet Ruben zich tegen het beeld dat het lijden alleen maar slachtoffers kent. Het verhaal vertelt over verzet zonder geweld en vertelt ook dat verzet niet als vanzelf een oplossing biedt.

Daarmee blijft het een open, een prachtig, maar vooral een authentiek verhaal!

Trackbacks & pingbacks

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.