Het brandende braambos van Willem Jan Otten

Willem Jan Otten, Braambos

Als ik nog eens door al die 200 blogs van de afgelopen jaren heenblader, valt me één ding op: dat ik veel, heel veel van Willem Jan Otten gelezen heb en veel over hem geschreven heb, maar dat ik nog nooit een blog heb besteed aan een boek van Otten. Dat moest veranderen, vond ik, en dus las ik dit weekend ‘Braambos‘, een toneelstuk van Willem Jan Otten. En dat was een verwarrende leeservaring.

Een toneelstuk is – zul je zeggen – ook niet bedoeld om te lezen, maar om naar te kijken en om naar te luisteren. Daar is het inderdaad voor bedoeld, maar in die vorm kan in weinig woorden veel meer worden gezegd; blijkt.

De eerste verwarring ontstond bij de eerste vloek. Otten is christen, maar ik raakte de tel kwijt; met de vloeken. Ik durf er niet goed over te oordelen, maar had het zonder gekund? Ja; natuurlijk. Was het nodig? Dat weet ik niet. Ik zou het zonder hebben gekund, maar dan had ik niet in staat geweest om het zo op papier te zetten als Willem Jan Otten het nu heeft gedaan.

Otten heeft wat met grote schilderijen (zie bijvoorbeeld zijn ‘Specht en zoon‘). Alle grote thema’s komen langs: ouderdom, de relatie tussen ouders en hun kinderen, de dood, plaatsvervanging, verlossing, sex, wijsheid en dus ook kunst. Dat kunstwerk vervult een rol in de ontknoping. Ik weet niet of ik het goed interpreteer, maar plaatsvervanging is niet uit te beelden en als je zelf een poging waagt, loopt het dood in ellende, verdriet en machteloosheid.

Ondertussen werkt het verwarrend dat een verlosser als dader van alle ellende wordt afgebeeld (hoewel later ongedaan gemaakt) en dat degene die plaats vervangt (de zus, Guusje) zich niet tot één en dezelfde rol kan beperken; altijd iemand anders wil zijn. En dan is er toch het braambos waarin dit alles plaatsvindt. Bijbels gezien moet dat refereren aan de plek waarin God Zich openbaart als Degene Die was, Die is en Die zal zijn, maar als er iets is dat overeen komt met deze brandende braambos (die niet verteert), dan is het wel dat God als aanwezige afwezig en ongrijpbaar is.

En daar dringt een verwarrende glimp van herkenning op. Af en toe laat God zich heel even aanraken of ervaren; is mijn ervaring. Twee weken geleden was dat nog, toen ik in gebed in de kerk bij mezelf verzuchte: “Was er nu maar eens iemand die een arm op m’n schouder zou leggen”; en Iemand juist op dat moment zich heel even om mij bekommerde en een hand op mijn schouder legde. Die momenten koester ik om de lange godloze periodes door te kunnen komen. Niet dat die periodes werkelijk godloos zijn – geloof ik – maar ik ervaar er in 99% van mijn leven niets van.

Terug naar ‘Braambos’; terug naar Willem Jan Otten. De godvolle momenten maken in het licht van ‘Braambos‘ zichtbaar dat ik een gezegend mens ben. Dank je Willem Jan. Misschien ben ik niet je grootste fan, maar ik bewonder wat je schrijft. Je brengt me telkens weer tot waardevolle momenten in een godloze tijd, waarin toch altijd weer kleine glimpjes van de humor van God lijken door te dringen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.