Het laagje civilisatie is zo dun…

Roman Polanski – Carnage (2011)

Rationeel begreep ik altijd al wel hoe het zat met het laagje vernis dat onze samenleving overdekte; en dat de barsten er zomaar in kunnen schieten. Maar vanaf het moment dat ik dat voor mezelf netjes op een rijtje had gezet, begreep ik nooit hoe ik zelf aan dat spel mee zou kunnen doen.

Slechts één keer heb ik tot in de puntjes van m’n haarvaten gevoeld dat ik het zelf ook had kunnen doen. Daar hoefde ik niets voor op een rijtje te zetten. Het overspoelde me gewoon, toen ik in 1991 voor de dodenmuur in Auschwitz stond. En de vraag of ik dat ook had kunnen doen, heeft me daarna nog jaren bezig gehouden; eigenlijk diep weg gestopt nog steeds wel.

En dat gevoel dient zich na ‘Carnage‘ van Roman Polanski opnieuw en indringend aan. Want – blijkt uit deze film – er hoeft maar dit te gebeuren (niets dus) voordat de vernis afspettert van onze kleinburgerlijkheid. Een verbale oorlog kan zomaar tot een machteloosheid leiden die in minder beschermde omstandigheden in een bloedbad (de letterlijke vertaling van carnage) zou kunnen veranderen.

Buiten spelen de kinderen verder alsof er niets is gebeurd en de hamster heeft zich probleemloos aangepast aan zijn nieuwe omgeving. Maar in de beslotenheid van de woonkamer van één van de ouderparen wordt een onverbiddelijke discussie gevoerd over de schuld of onschuld van hun kinderen Zachary en Ethan. De schijnbare overeenstemming over wat is gebeurd kraakt bij een eerste ongelukkig gebruikt woord. Maar waar de ouders zich in eerste instantie nog eensgezind tegen de andere ouders keren, worden bestaande tegenstellingen binnen beide huwelijken realistisch, maar pijnlijk blootgelegd, als de ene man zijn vrouw afvalt en andersom, enzovoort. Kortom: Polanski weet op bijzonder vermakelijke wijze duidelijk te maken hoe onderlinge relaties binnen de kortste keren kunnen ontploffen; terwijl het aan het einde van de film nergens over blijkt te gaan.

Eerder ontdekte ik dat Polanski zelf ook geen lieverdje is (zie mijn blog over ‘Schervengericht‘ van A.F.Th. van der Heijden). Ondanks die ontdekking vermaakte ik me met Chinatown en bleef ik onder de indruk van The Pianist van deze regisseur. Maar waar ik bij deze films van buitenaf bleef kijken, bewerkte Polanski met zijn laatste film ‘Carnage‘ een perspectiefwisseling van Polanski als regisseur naar mijzelf als deelnemer aan een geciviliseerde samenleving. Daardoor werd ik me er pijnlijk bewust van dat die vernis over mijn eigen leventje ook regelmatig aan stukken springt; niet omdat een ander er met zijn verfkrabber op inhakt, maar omdat mijn civilisatie soms net zo nep is als die van andere mensen; als van Polanski zelf bijvoorbeeld.

En dat vind ik een hele prestatie voor de regisseur van een film.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.