Tim Keller (over Gods wijsheid) over gevende liefde (2)

Eerder blogde ik al over de eerste helft van dit prachtige boek; dat me tot nadenken stemt. Ondertussen ben ik met lezen terecht gekomen in wat mijn favoriete deel van het boek is (over waarheid en liefde). We lezen dit boek met een groep in de kerk en ik ‘beblog’ dit boek in drie delen:

Wat heb ik geleerd?

  1. Dat het niet zo moeilijk is om waarheid aan te zeggen of om lief te hebben; als je een beetje je best doet. Waarheid aanzeggen is gewoon vertellen waar het wat jou betreft op staat. Dat kost enige oefening en soms moet je jezelf over wat tegenzin heenzetten, maar de aanhouder wint. Als je er alleen voor kiest om waarheid aan te zeggen, hoef je jezelf overigens geen zorgen te maken wat jouw waarheid doet met de ander. Dat die ander zich gekwetst voelt en geschokt of boos reageert, doet er niet toe. Dat is zijn of haar zorg en niet de jouwe; als je alleen waarheid aan wilt zeggen. Liefde zonder waarheid is het andere uiterste daarvan. Je kijkt alleen naar dat wat je aanstaat en negeert dat wat je door de vingers ziet (en onder het vloerkleed veegt). Ik ben best goed geworden in waarheid aanzeggen en in liefhebben, maar in liefde waarheid aanzeggen en in waarheid liefhebben, laat ik eerlijk zijn; daar ben ik niet zo heel erg goed in; heb ik ontdekt. En zoals dat in vriendschappen niet werkt, zo werkt dat zeker in een huwelijk niet. Nog minder dan in een vriendschap kun je jezelf verstoppen in een huwelijk. Want als je jezelf niet blootgeeft, kan nooit de vriendschap ontstaan die volgens Keller het doel van het huwelijk is. Alleen als de ander weet dat jij hem of haar de waarheid in liefde aanzegt (doordat de genade van Jezus een plek heeft gekregen in de relatie); alleen als jij de ander waarheid durft aan te zeggen; alleen dan heeft in woorden of daden uitgedrukte liefde maximale impact; zeker als die liefde in een taal wordt uitgedrukt die de ander nodig heeft; als die liefde in zijn of haar eigen taal wordt uitgedrukt. Alleen in zo’n omgeving kan pijn, verdriet en onzekerheid (ook als die ontstaat door de lompe manier waarop ik de ander soms behandel) aan de orde komen en kwetsbaar te berde worden gebracht; in de wetenschap dat de ander niets door de vingers ziet, maar in liefde en genadig luistert naar wat de ander in de weg zit om tot volle bloei te komen. Vriendschap in een huwelijk ontstaat daar waar Jezus’ genade de houding brengt om de ander dienstbaar te zijn; de waarheid in liefde aan te zeggen; en daardoor de ander een stap verder te helpen om de ander nog beter tot z’n recht te laten komen.
  2. Met hoofdstuk 6 komen we overigens bij mijn minst favoriete gedeelte van het boek uit; over de rolverdeling tussen man en vrouw. Ik heb niet voor niets een ezer (helper) aan mijn zijde; stelt Kathy Keller. Ik heb die helper aan mijn zijde, om tekort te compenseren. Zonder mijn helper zou ik niet volledig zijn. En andersom is een man niet het hiërarchische hoofd boven de vrouw, maar als hoofd dienend leider; gericht op de bloei van zijn vrouw; zoals Christus Zijn leven gaf voor de mens; zo zou de man leider moeten zijn van zijn vrouw. De nuance van deze rollen ontgaat me, maar daar zal ik een man voor zijn. De uitersten daarentegen herken ik wel; de onafhankelijkheid van de man en de afhankelijkheid van de vrouw. Het wankele evenwicht daartussen (ergens in het midden) – misschien begin ik het dan toch te begrijpen – lijkt op wat Henri Nouwen zegt over afhankelijkheid van wat ik doe, heb of van wat ik denk dat andere mensen daarvan vinden (o.a. onder woorden gebracht in zijn prachtige preek die in 2011 werd opgenomen in Crystal Cathedral). Je identiteit vindt pas vaste grond – is de overtuiging van Nouwen – als je je identiteit leert ontlenen aan wat Christus voor jou deed en aan wat Hij nog steeds voor jou wil betekenen; waarin Hij je is voorgegaan. Enerzijds werkt dat bevrijdend; want onafhankelijk van wat iedereen (inclusief je man) van je vindt. Anderzijds maakt dat afhankelijk van een weg die Jezus wijst; door pijn en verdriet heen naar acceptatie van de ander als onafhankelijke ander; voor wie jij zelfs je leven over zou (willen) hebben.

En zo reiken Tim en Kathy Keller beiden waardevolle inzichten aan om over verder te denken; en om verder over te praten; samen; en in mijn geval in een groep mensen met wie ik dit boek lees. Om een gesprek over deze hoofdstukken wat meer richting te geven, heb ik de volgende stellingen bij het boek geformuleerd:

  1. Ik kan leven met de waarheid die de ander me aanzegt, omdat Jezus de ander helpt om mij daarin ook genadig te zijn; lief te hebben zonder er wat voor terug te willen hebben.
  2. Zo’n huwelijk heb ik niet. Mijn huwelijk is hoogstens een poging om in liefde de waarheid onder ogen te zien, te accepteren en dienstbaar te zijn aan de bloei van de ander; mijn vrouw.
  3. Is die vergelijking tussen wat Kathy Keller zegt en wat ik leerde bij Henri Nouwen eigenlijk wel terecht?
  4. Een vrouw houdt haar man door haar afhankelijkheid van hem gevangen.
  5. Een man doet zijn vrouw tekort als hij onafhankelijk van haar wil leven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.