Dit bericht werd eerder geplaatst op Theoblogienet: http://theoblogienet.wordpress.com/2011/09/28/moet-die-stad-wel-op-een-berg-door-kadmosb
Ik las ‘Stad op een berg, De publieke rol van protestantse kerken‘ voordat ik toekwam aan ‘Marginaal en missionair, kleine theologie voor een krimpende kerk‘ van Wim Dekker. Vandaar dat de recensie over Kennedy even bleef liggen, want geboeid door Dekker kwam ik er tot vandaag niet aan toe.
Dekker is uitgesproken over het boek van Kennedy: de contrasterende gemeenschap als doel (met onderliggend programma) ziet hij niet zo zitten. Een hoofdstuk later constateert hij wel dat die contrasterende gemeenschap zomaar de consequentie zou kunnen zijn van mensen die met lege handen samenkomen rondom de bemiddeling van de genade door woord en prediking.
Tot zover Dekker. Kennedy heeft daar een andere mening over. Hij neemt een lange aanloop door de geschiedenis van de Protestantse Kerken in Nederland. Hij probeert onderlinge verschillen te duiden en faseert de geschiedenis in herkenbare periodes. Daarbij concentreert hij zich op de publieke rol van missionaire en dienende gemeente. De relatie tussen staat en kerk verschoof in de loop van die tijd. De staat nam taken over van de kerk, de kerk trok zich terug op haar dienende taak voor eigen leden (van de straat naar binnen) en de staat was niet langer bereid om kerken daarvoor te subsidiëren (zoals wel heel lang het geval was geweest). De kerk als kritische profeet verschoof daardoor naar de rand van de samenleving en als reactie daarop zocht de kerk in die nieuwe situatie naar nieuwe vormen van diaconaal dienen; wel vanuit een onzekere en ondergeschikte positie. In de loop van anderhalve eeuw verschoof de aandacht van de straat via de wereldkerk naar de lokale gemeenschap; met bijbehorende vragen en problemen.